/ by /   Uncategorized / 0 comments

Rijden op een andere ondergrond: Tips & Tricks

In samenwerking met diverse wetenschappers heeft de FEI een samenvattend document gepubliceerd over diverse types van ondergrond. Dit document kan je hier online raadplegen. Hoewel erin te lezen staat dat de elektronische versie jaarlijks zal geüpdate worden, lijkt online enkel de versie van april 2014 beschikbaar te zijn1.

Dit document is heel gedetailleerd en geïnteresseerden zullen er zeker antwoorden vinden op veel van hun vragen. De belangrijkste bepalende factoren voor een bodem (hardheid toplaag, demping, reactievermogen, grip en uniformiteit/consistentie) worden allen in detail besproken.

Met oog op het verminderen van risico op blessures, geven we jullie graag volgende wetenschappelijk aspecten mee:

  • uit onderzoek van Hernlund et al, 20172 blijkt dat zelfs onder elite ruiters een grote variatie heerst in het inschatten van een ondergrond.
  • als ruiter ben je nooit in staat om de bodem (tijdens het verkennen) te “voelen” zoals je paard dit zal ervaren. Door het grotere lichaamsgewicht en bv. de grotere impact tijdens landing, zal je paard de onderliggende bodemlagen sterker gewaarworden dan wat jij als ruiter kan ervaren.
  • er is altijd een trade-off aanwezig tussen “prestatie” en “bescherming”: voor hogere prestaties te bekomen, dient de ondergrond een lage demping te hebben. Hoe lager die demping, hoe minder schokabsorptie de bodem genereert en hoe groter dus de krachtimpact op je paard en bijgevolg hoe groter de kans op blessures.
  • elk paard heeft een periode nodig om zich aan te passen aan een andere ondergrond. Hou hier dus rekening mee wanneer de ondergrond van de inrijdpiste en de wedstrijdpiste verschillend is.
  • wanneer een paard constant op hetzelfde type bodem getraind wordt, is zijn spier-skelet stelsel niet voorbereid op om het even welke variatie, hetgeen de kans op blessures verhoogt wanneer het paard op een andere bodem terechtkomt.
  • het bewegingspatroon van het paard verandert bij een ander type bodem: je paard zal anders bewegen op een stevige bodem met goede grip dan op een bodem die wat meer glijdt (bv gras).
  • trainen op wisselende ondergronden (variatie) heeft een beschermende factor. Het paard leert zich op die manier ook beter aanpassen aan diverse type ondergronden en wordt handiger om hiermee om te gaan.
  • kernstabiliteit en proprioceptie helpen het paard om met wisselende ondergronden om te gaan.
  • uit onderzoek in de racing discipline (Horan et al., 20213) blijkt dat het type beslag (of bare foot) ook een effect heeft op hoe de ruiter de ondergrond ervaart vanop zijn paard. Men spreekt in dit geval van de “hoef-bodem interactie”, een onderwerp dat wellicht nog verder onderzoek zal genieten in de komende jaren.
  • bijkomend onderzoek van Horen et al., 20214 in deze discipline ondersteunt de hypothese dat het type beslag invloed heeft op lichaamsverschuivingen van het paard en het bovenlichaam van de ruiter (er werd in dit onderzoek gekeken naar de verschuiving van het massacentrum).

Wil je jouw paard laten wennen aan een nieuwe ondergrond? Is je paard het bijvoorbeeld gewoon om op zand of geopad bodem te rijden en staan er wedstrijden op gras gepland? Begin dan zeker op tijd met het introduceren van de nieuwe ondergrond. Om het risico op blessures te verkleinen, dien je de training op een nieuwe ondergrond geleidelijk op te bouwen, zowel in duur als in intensiteit.

Weet je graag hoe je de kernstabiliteit of de proprioceptie van je paard kan verbeteren? Daar helpen wij je graag mee. Zowel kernstabiliteit als proprioceptie bieden wij aan als trainingsvorm. Tijdens zo een sessie leren wij jou hoe je dit kan inbouwen in je huidige trainingen en hoe je dit op een verantwoorde manier kan opbouwen.

Uit liefde en passie,

Joke

1Indien je een recentere versie gevonden hebt, mag je hem ons altijd bezorgen via joke@sbt-hera.com zodat we hem kunnen toevoegen aan dit artikel

2Hernlund et al, 2017 : http://dx.doi.org/10.1016/j.tvjl.2017.09.001

3Horan et al.,2021 : https://doi.org/10.1016/j.jevs.2020.103327

4Horan et al.,2021 : https://doi.org/10.1371/journal. pone.0257820

SHARE THIS


Leave a Reply