In december 2020 is een onderzoek gepubliceerd waarin de onderzoekers een mathematisch analyse gedaan hebben van hoe een Thoroughbred zijn snelheid best regelt tijdens de race om een optimaal resultaat te bekomen. Gezien een racepaard niet de hele race op maximale snelheid kan lopen, is het essentieel om de optimale basissnelheid te bepalen én het optimale moment waarop sprint dient te starten.
Onafhankelijk van de lengte van de race (1300m, 1900m, 2100m) wordt de VO2max bereikt na 400m, ongeveer 20-30 seconden na de start. Voor de afstanden 1900m en 2100m bereikt de VO2 een gemiddelde waarde tijdens de race én daalt het ongeveer zo een 500m voor de finish.
Een hoge anaerobe capaciteit is essentieel om hoge snelheden te behouden tijdens de volledige race vermits de wijzigingen in VO2 tijdens de race afhangen van de beschikbare resterende anaerobe capaciteit. Hoe langer het paard zijn VO2max kan aanhouden tijdens de race, hoe beter zijn prestatie is.
Uit het onderzoek blijkt ook dat een sterke versnelling in het begin van de race, de beste strategie voor het winnen van de race. Dit komt omdat op die manier de VO2max zo snel mogelijk bereikt wordt, hetgeen ervoor zorgt dat het anaerobe energiemetabolisme beperkter wordt aangesproken tijdens het midden van de race en vermoeidheid dus kan worden uitgesteld. Echter is dit niet zonder gevaar: als de versnelling aan de start te sterk is, kan het net vermoeidheid induceren en een algemeen negatief effect hebben op het wedstrijdresultaat. Bovendien dient de versnelling steeds in afstemming te zijn met de belasting die het lichaam van het paard kan verdragen.
Ook de topografie van het terrein is bepalend. Hellingen en bochten hebben een effect op de VO2:
- opwaartse hellingen : zijn het minst nadelig wanneer deze op het einde van de race liggen. Een paard met een goede conditie kan nog een extra inspanning leveren ook al is hij vermoeid. Wanneer het op het begin van de race ligt, heeft het een sterke invloed op de versnelling en kan de maximale snelheid niet bereikt worden. Een opwaartse helling in het midden van een race verlaagt de gemiddelde snelheid van de race.
- neerwaartse hellingen : hiervoor geldt het omgekeerde dan voor de opwaartse hellingen. Een neerwaartse helling aan het begin van de race is het voordeligst aangezien ze toelaat dat de paarden makkelijker kunnen versnellen.
- bochten : deze liggen best in het midden van de race aangezien ze dan het minste effect hebben op de snelheid. Een bocht in het begin van de race weerhoudt het paard om zijn maximale snelheid te bereiken en een bocht op het einde voorkomt dat het paard optimaal kan sprinten.
Conclusie:
Een paard met een hogere VO2max (paard A) zal minder gebruik maken van het anaerobe energiemetabolisme wanneer het op dezelfde snelheid loopt dan een paard met een lagere VO2max (paard B). Paard A zal dus minder snel verzuren en minder snel vermoeid geraken dan paard B. Met oog op een goede prestatie is het dus belangrijk om je trainingen zo op de bouwen dat de aerobe-anaerobe threshold wordt opgeschoven.
Een sterke versnelling in het begin van de race is de beste strategie voor het winnen van de race.
De topografie van de track (hellingen en bochten) heeft een bepalende invloed op de resultaat van de race.
Uit liefde & passie
Joke
Doi10.1371/journal.pone.0235024.g010